Bereid uit normaal humaan vers plasma. Protrombinecomplex kan de stollingsstoornissen die kunnen optreden bij afwezigheid of verlaagde concentratie van één of meer van de stollingsfactoren II, VII, IX en X behandelen of voorkomen. Dit zijn de stollingsfactoren die endogeen met behulp van vitamine K in de lever worden gesynthetiseerd. Proteïne C en S zijn vitamine K–afhankelijke stollingsremmers die ook in de lever worden gesynthetiseerd. De biologische activiteit van proteïne C wordt versterkt door de cofactor proteïne S.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Cofact:
Poeder voor inj.vlst. 250 IE + 10 ml oplosm.
Poeder voor inj.vlst. 500 IE + 20 ml oplosm.
Na oplossen in het voorgeschreven volume water voor injectie bevat 1 ml 14-35 IE factor II, 7-20 IE factor VII, 25 IE factor IX en 14-35 IE factor X.
Octaplex
Poeder voor inj.vlst. 500 IE + 20 ml oplosm.
Poeder voor inj.vlst. 1000 IE + 40 ml oplosm.
Na oplossen in het voorgeschreven volume water voor injectie bevat 1 ml 14-38 IE factor II, 9-24 IE factor VII, 25 IE factor IX en 18-30 IE factor X, 13-31 IE proteïne C en 12-32 IE proteïne S.
Beriplex P/N
Poeder voor inj.vlst. 250 IE + 10 ml oplosm.
Poeder voor inj.vlst. 500 IE + 20 ml oplosm.
Na oplossen in het voorgeschreven volume water voor injectie bevat 1 ml 20-48 IE factor II, 10-25 IE factor VII, 20-31 IE factor IX, 22-60 IE factor X, 15-45 IE proteïne C en 13-26 IE proteïne S.
Deficiëntie van vitamine K afhankelijke stollingsfactoren |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Vaak (1-10%): (fatale) trombo-embolische complicaties. Hoofdpijn. Verhoogde lichaamstemperatuur.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid of allergische reacties.
Verder zijn gemeld: anafylactoïde of anafylactische reacties (incl. anafylactische shock). Diffuse intravasculaire stolling. Ontwikkeling van neutraliserende remmers van de stollingsfactoren (remmers). Nefrotisch syndroom is gemeld bij hemofilie B–patiënten met factor IX–remmers en allergische reacties in de anamnese. Heparine-geïnduceerde trombocytopenie type II (Beriplex, Octaplex). Voorbijgaande stijging transaminasewaarden.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Vanwege het risico van trombo-embolische complicaties zorgvuldige controle uitvoeren bij pasgeborenen en kinderen. Er zijn geen gegevens bekend over het gebruik bij een perinatale bloeding door vitamine K-tekort bij neonaten. (SmPC)
Vanwege het risico van trombo-embolische complicaties zorgvuldige controle uitvoeren bij coronaire hartziekten, myocardinfarct in de voorgeschiedenis, leverziekten, tijdens en na een operatie, bij pasgeborenen, kinderen en bij meer kans op trombose of gedissemineerde intravasale stolling.
Overweeg de mogelijkheid van heparine-geïnduceerde trombocytopenie bij een daling van het aantal bloedplaatjes > 50% en/of het optreden van nieuwe of onverklaarbare trombo-embolische complicaties tijdens de behandeling; dit treedt meestal op binnen 4–14 dagen, maar bij recentelijk gebruik van heparine (in de afgelopen 100 dagen) kan het binnen 10 uur optreden.
Correctie van een stoornis in de hemostase veroorzaakt door vitamine K-antagonisten treedt meestal 30 minuten na injectie op; overweeg gelijktijdig vitamine K te geven, omdat het effect van vitamine K na 4–6 uur optreedt; monitoring van de INR is vereist, herhaalde toediening van protrombinecomplex wordt niet aanbevolen.
Wanneer patiënten met congenitale of aangeboren deficiëntie met protrombinecomplex worden behandeld is er kans op een trombose of gedissemineerde intravasale stolling, met name bij herhaalde dosering. Die kans neemt toe bij een geïsoleerde factor VII-deficiëntie.
Indien allergische of anafylactische reacties optreden, de behandeling direct staken.
Bij vorming van antistoffen die één of meerdere factoren van humaan protrombinecomplex remmen (herkenbaar aan een verminderde werkzaamheid), overleggen met een gespecialiseerd centrum.
Het risico van overdracht van met bloed overdraagbare agentia kan niet geheel worden uitgesloten. Voor 'non-enveloped' virussen (met uitzondering van hepatitis A-virus, parvovirus) is de chemische virusinactivering mogelijk beperkt effectief
Niet beoordeeld: antagoneert de werking van VKA's.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
VITAMINE K | ||
---|---|---|
Vitamine K, Davitamon K, Konakion mixed micelles
|
B02BA01 |
FIBRINOGEEN | ||
---|---|---|
Heamocomplettan P, Fibryga
|
B02BB01 |
LOKALE HAEMOSTATICA | ||
---|---|---|
TachoSil
|
B02BC30 |
BLOEDSTOLLINGSFACTOREN | ||
---|---|---|
Plasmaproducten: Immunine, Mononine,Nonafact; Recombinant DNA producten: Albutrepenonacog alfa (Idelvion), eftrenonacog alfa (Alprolix), nonacog gamma (Rixubis) en nonacog beta pegol (Refixia).
|
B02BD04 | |
Plasmaproducten: Octanate, Wilate, Haemate P. Recombinant DNA producten: Advate, Kogenate, Helixate, Nex Gen, Refacto AF, Novo Eight, Adynovi, Elocta
|
B02BD02 |
OVERIGE SYSTEMISCHE HAEMOSTATICA | ||
---|---|---|
Revolade
|
B02BX05 | |
Hemlibra
|
B02BX06 | |
Nplate
|
B02BX04 |