Caspofungine

Stofnaam
Caspofungine
Merknaam
Cancidas
ATC code
J02AX04
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Caspofungine is een semisynthetisch lipopeptide (echinocandine) dat gesynthetiseerd wordt uit een fermentatieproduct van Glarea lozoyensis. Het remt selectief de β-(1,3)–D–glucaansynthetase, waardoor de aanmaak van het voor de schimmelcelwand essentiële β–(1,3)-D–glucaan wordt geremd.

Caspofungine heeft een fungicide werking voor Candida spp. en Aspergillus spp.

In vitro is caspofungine actief tegen de volgende soorten:

  • Aspergillus-soorten: A. fumigatus, A. flavus, A. niger, A. nidulans, A. terreus en A. candidus.
  • Candida-soorten: C. albicans, C. dubliniensis, C. glabrata, C. guilliermondii, C. kefyr, C. krusei, C. lipolytica, C. lusitaniae, C. parapsilosis, C. rugosa en C. tropicalis, waaronder isolaten met meervoudig resistente transportmutaties en met verworven of intrinsieke resistentie tegen fluconazol, amfotericine B en 5-flucytosine. Candida-isolaten die gevoelig zijn voor zowel anidulafungine als micafungine, mogen als gevoelig voor caspofungine worden beschouwd. C. parapsilosis-isolaten die intermediair gevoelig zijn voor anidulafungine en micafungine kunnen als intermediair gevoelig voor caspofungine worden beschouwd.
    Isolaten van Candida met verminderde gevoeligheid voor caspofungine zijn geïdentificeerd bij een klein aantal patiënten gedurende de behandeling. Het geïdentificeerde resistentiemechanisme is FKS-1 en/of FKS2 (voor C. glabrata) genmutaties. Dergelijke gevallen zijn geassocieerd met slechte klinische resultaten. Resistentie tegen caspofungine bij Candida is waargenomen, maar de incidentie kan verschillen per soort of regio. De ontwikkeling van in vitro resistentie tegen caspofungine door Aspergillus-soorten is, zeldzaam, geconstateerd. In de beperkte klinische ervaring is er resistentie tegen caspofungine waargenomen bij patiënten met invasieve aspergillose. Het resistentiemechanisme hierbij is niet vastgesteld.

Farmacokinetiek bij kinderen

In de studies van Neely et al., Walsh et al. en Sáez-Llorens et al. zijn onderstaande kinetische parameters gevonden:

t½ (uur)
12-17 jr: 11,2±1,7
2-11 jr: 8,2±2,4
3-23 mnd: 8,8±2,1

Cl (ml/min)
12-17 jr 12,6±5,5
2-11 jr  6,4±2,6
3-23 mnd 3,2±0,4

Label dosisadvies Kinderformularium

Schimmelinfecties:
< 12 mnd: Off-label
>12 mnd: On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Invasieve schimmelinfecties:
12 maanden-18 jaar  Dag 1 een eenmalige oplaaddosis van 70 mg/m2, daarna 50 mg/ m2 daags. Bij onvoldoende effect kan de dagelijkse dosis worden verhoogd naar 70 mg/m2 daags (dagelijkse dosis mag niet hoger zijn dan 70 mg).

De effectiviteit en veiligheid van CANCIDAS zijn niet voldoende onderzocht in klinisch onderzoek bij pasgeborenen en zuigelingen die jonger zijn dan 12 maanden. Bij behandeling van deze leeftijdsgroep is voorzichtigheid geboden. Er zijn beperkte gegevens die suggereren dat CANCIDAS 25 mg/m2 daags bij pasgeborenen en zuigelingen (jonger dan 3 maanden oud) en 50 mg/m2 daags bij jonge kinderen (3 tot 11 maanden oud) overwogen kan worden.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Poeder voor infusieopl. (als acetaat) 50 mg, 70 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Candidiasis, aspergillose, empirische behandeling van vermoede schimmelinfecties bij koorts en neutropenie
  • Intraveneus
    • Prematuren Zwangerschapsduur < 37 weken
      [12] [14] [15] [16]
      • 2 mg/kg/dag in 1 dosis
    • a terme neonaat
      [9]
      • 25 mg/m²/dag in 1 dosis
      • Er zijn beperkte gegevens die suggereren dat bovenstaande dosis overwogen kan worden.

    • 1 maand tot 3 maanden
      [9]
      • 25 mg/m²/dag in 1 dosis
      • Er zijn beperkte gegevens die suggereren dat bovenstaande dosis overwogen kan worden.

    • 3 maanden tot 18 jaar
      [1] [2] [5] [6] [7] [8] [10] [11]
      • Startdosering: 70 mg/m²/dag in 1 dosis. Max: 70 mg/dag.
      • Onderhoudsdosering: 50 mg/m²/dag in 1 dosis. Max: 70 mg/dag.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Diarree, dyspneu, respiratory distress. Net als bij volwassenen zijn bij kinderen ook soortgelijke, door histamine gemedieerde symptomen gemeld

Zeer vaak (> 10%): koorts. Vaak (1–10%): pijn op de infusieplaats, rillingen. Hoofdpijn. Voorbijgaande roodheid van het gezicht en hals, hypotensie. Tachycardie. Huiduitslag, jeuk. Stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT). Verhoogd aantal eosinofielen. Verlaagde kaliumwaarde, hypomagnesiëmie, verlaagde en verhoogde fosforwaarde, verhoogde glucosewaarde. Verder zijn gemeld: zwelling op de infusieplaats, perifeer oedeem, hypocalciëmie, leverfunctiestoornis. Nefrotoxciciteit.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vaak (1-10%): koorts, rillingen. Hoofdpijn. Flebitis. Dyspneu. Misselijkheid, braken, diarree. Verlaagd hemoglobine, verlaagd hematocriet, verminderd aantal leukocyten. Stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT, alkalische fosfatase) en van de bilirubineconcentratie. Verlaagd bloedalbumine. Hypokaliëmie. Gewrichtspijn. Huiduitslag, jeuk, erytheem, hyperhidrose. Jeuk op infusieplaats.

Soms (0,1–1%): hypertensie, hypotensie. Angst, desoriëntatie, slapeloosheid. Duizeligheid, dysgeusie, paresthesie, hypo-esthesie, tremoren, slaperigheid. Rugpijn, pijn in extremiteiten, botpijn, spierzwakte, spierpijn. Palpitaties, tachycardie, aritmieën, atriumfibrilleren, congestief hartfalen, pijn/ongemakkelijk gevoel op de borst. Tromboflebitis, overmatig blozen, opvliegers. Verstopte neus, keelpijn, tachypneu, bronchospasmen, hoest, paroxysmale dyspneu 's nachts, ademnood, hypoxie, ratelgeluiden, piepende ademhaling, andere afwijkende ademgeluiden. Afwijkende laboratoriumuitslagen in verband met verminderde nierfunctie (verhoogd serumcreatinine en/of ureum), (acuut) nierfalen. Oculaire icterus, wazig zien, oedeem van het ooglid, toegenomen traanvorming. Droge mond, dysfagie, maagklachten zoals dyspepsie, (boven)buikpijn; een opgezwollen buik, ascites, obstipatie, flatulentie. Anorexie. Cholestase, hepatomegalie, hyperbilirubinemie, geelzucht, gestoorde leverfunctie, hepatotoxiciteit, andere leveraandoening. Erythema multiforme, maculeuze of maculopapuleuze uitslag, urticaria, allergische dermatitis, gegeneraliseerde jeuk, erythemateuze uitslag, gegeneraliseerde uitslag, morbilliforme uitslag, huidlaesie. Anemie, leukopenie, verhoogd aantal leukocyten en/of eosinofielen, verminderd aantal lymfocyten en/of neutrofielen, trombocytopenie, verhoogd aantal trombocyten. Coagulopathie. Veranderde protrombinetijd, verlengde aPTT, verhoogde INR. Hyperglykemie. Verstoorde elektrolytenbalans; hypocalciëmie, hypomagnesiëmie. Metabole acidose, verlaagd kooldioxidegehalte. Verlaagd totaal eiwit, verlaagde én verhoogde waarden natrium/calcium/chloride en fosfor in bloed, verhoogde waarde van kalium. Waarden van glucose verhoogd, γ-GT verhoogd, bicarbonaat verlaagd, urinezuur in bloed verlaagd. In de urine: het voorkomen van eiwit, bloed of rode bloedcellen, witte bloedcellen, een verhoogde pH, cilinders in het sediment. Bij gebruik van immunosuppresiva: verhoogde concentratie van immunosuppressivum. Vermoeidheid, koud of warm gevoel, (perifeer) oedeem, aangezichtsoedeem, malaise. Andere reacties op infusieplaats zoals: oedeem, irritatie, flebitis, erytheem, pijn, verharding, uitslag, urticaria.

Verder zijn gemeld: toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens Johnson-syndroom (SJS).

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Overgevoeligheid voor echinocandinen zoals anidulafungine.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Alleen voorschrijven na overleg met een infectioloog/microbioloog. De dosering moet bij volwassenen met een matige leverfunctiestoornis aangepast worden. Er is geen onderzoek verricht bij kinderen met een leverfunctiestoornis, daarom is voorzichtigheid geboden bij ernstige leverfunctiestoornissen.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Leverfunctie: Wees voorzichtig bij ernstige leverfunctiestoornissen. Wanneer waarden van leverfunctietesten afwijken tijdens de behandeling controleren op aanwijzingen van een verslechterde leverfunctie en evalueren of voortzetting van de behandeling geïndiceerd is.

Wees tevens voorzichtig bij een voorgeschiedenis van allergische huidreacties vanwege meldingen van SJS en TEN.

 

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:
Afname caspofungine: de concentratie daalt door carbamazepine, dexamethason, efavirenz, etravirine, fenytoïne, nevirapine en rifampicine; de dosering moet worden verhoogd.

Caspofungine verkleint effect van: tacrolimus.

Niet relevant:
Toename caspofungine: ciclosporine vergroot de AUC met ong. 35%. Verder zijn bij combinatie met ciclosporine een voorbijgaande stijging van ALAT en van ASAT van minder dan of gelijk aan 3x de bovengrens van de normaalwaarde gemeld; de fabrikant adviseert bij combinatie controle van de leverfunctie.

ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

ANTIBIOTICA
J02AA01
TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN

Fluconazol

Diflucan
J02AC01

Itraconazol

Trisporal
J02AC02

Posaconazol

Noxafil
J02AC04

Voriconazol

Vfend
J02AC03
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK
J02AX06
J02AX01

Micafungine

Mycamine
J02AX05

Referenties

  1. Walsh TJ, et al, Pharmacokinetics, safety, and tolerability of caspofungin in children and adolescents., Antimicrob Agents Chemother., 2005, 49(11), 4536-45
  2. Fisher BT, et al, Caspofungin for the treatment of pediatric fungal infections., Pediatr Infect Dis J., 2008, 27, 1099-102
  3. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 2-12-2021
  4. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 2-12-2021
  5. Lehrnbecher T, et al, Experiences with the use of caspofungin in paediatric patients., Mycoses., 2008, 51, 58-64
  6. Koo A, et al, Efficacy and safety of caspofungin for the empiric management of fever in neutropenic children., Pediatr Infect Dis J., 2007, 26, 854-6
  7. Merlin E, et al, Efficacy and safety of caspofungin therapy in children with invasive fungal infections, Pediatr Infect Dis J., 2006, 25, 1186-8
  8. Neely M, et al, Pharmacokinetics and safety of caspofungin in older infants and toddlers., Antimicrob Agents Chemother., 2009, 53, 1450-6
  9. Sáez-Llorens X, et al, Pharmacokinetics and safety of caspofungin in neonates and infants less than 3 months of age., Antimicrob Agents Chemother., 2009, 53, 869-75
  10. Zaoutis TE, et al, A prospective, multicenter study of caspofungin for the treatment of documented Candida or Aspergillus infections in pediatric patients., Pediatrics, 2009, 123, 877-84
  11. Zaoutis T, et al, Safety Experience With Caspofungin in Pediatric Patients., Pediatr Infect Dis J., 2009, [Epub ahead of print]
  12. Jeon GW et al. , Successful caspofungin treatment of persistent candidemia in extreme prematurity at 23 and 24 weeks’ gestation, J Formos Med Assoc, 2014 , Mar;113(3), 191-4
  13. Maertens JA et al. , A randomized, double-blind, multicenter study of caspofungin versus liposomal amphotericin B for empiric antifungal therapy in pediatric patients with persistent fever and neutropenia, Pediatr Infect Dis J, 2010, May;29(5), 415-20
  14. Mohamed WA et al, A randomized, double-blind, prospective study of caspofungin vs. amphotericin B for the treatment of invasive candidiasis in newborn infants., J Trop Pediatr. , 2012, Feb;58(1), 25-30
  15. Natarajan G et al., Experience with caspofungin in the treatment of persistent fungemia in neonates. , J Perinatol, 2005, Dec;25(12), 770-7
  16. Odio CM et al, Caspofungin therapy of neonates with invasive candidiasis, Pediatr Infect Dis J, 2004, Dec;23(12), 1093-7

Wijzigingen

  • 02 juli 2015 14:55: Ten onrechte werd een aparte indicatie invasieve candidiasis beschreven. Deze is geschrapt. Het correcte doseer advies is weergegeven in de indicatie Candidiasis, aspergillose, empirische behandeling van vermoede schimmelinfecties bij koorts en neutropenie.
  • 27 januari 2015 14:42: Herbeoordeling van de literatuur over de toepassing van caspofungine heeft geleid tot de toevoeging van een doseeradvies voor prematuur geboren neonaten.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering