Meningococcen A, C, W135, Y vaccin

Stofnaam
Meningococcen A, C, W135, Y vaccin
Merknaam
Nimenrix, Menveo, MenQuadfi
ATC code
J07AH08

Meningococcen A, C, W135, Y vaccin

Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Quadrivalent meningokokkenvaccin; capsulaire oligo- of polysacchariden geconjugeerd aan dragereiwit. Induceert (complementgemedieerd) de productie van bactericide antilichamen tegen capsulaire oligo/polysacchariden van groep A, C, W135 en Y. Een maand na vaccinatie is bij 70–99% van de gevaccineerden een bactericide antistofrespons opgewekt afhankelijk van de leeftijd en serogroep. Volgens het LCI is het nog onduidelijk hoe lang een meningokokken ACWY-vaccin bescherming biedt; de hoeveelheid antistoffen lijkt 3 tot 5 jaar na vaccinatie af te nemen, zeker als kinderen al jong zijn gevaccineerd, evenals de vaccineffectiviteit. Na toediening op de leeftijd van 11 jaar of ouder is de werkingsduur van het vaccin minimaal 10 jaar.

Farmacokinetiek bij kinderen

Geen informatie

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

 Actieve immunisatie tegen invasieve meningokokkenziekten veroorzaakt door Neisseria meningitidis-groep A, C, W-135 en Y.
Nimenrix:
Zuigelingen van 6 weken tot 6 maanden 2 doses van 0,5 ml IM met een interval van 2 maanden. Boosterdosis van 0,5 ml op leeftijd van 12 maanden tenminste 2 maanden na laatste dosis.
≥6 maanden: 0,5 ml/dosis éénmalige dosis IM

Menveo:
≥2 jaar: 0,5 ml/dosis éénmalige dosis IM

MenQuadfi
>1 jaar: 0,5 ml/dosis éénmalige dosis IM


 

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Nimenrix, Menveo: Per poeder voor inj.vlst.: Neisseria meningitidis A polysacch. geconjugeerd 5 µg Neisseria meningitidis C polysacch. geconjugeerd 5 µg Neisseria meningitidis W135 polysac. geconjugeerd 5 µg Neisseria meningitidis Y polysacch. geconjugeerd 5 µg

Menveo:Per poeder voor inj.vlst.: Neisseria meningitidis A oligosacch. geconjugeerd 10 µg Neisseria meningitidis C oligosacch. geconjugeerd 5 µg Neisseria meningitidis W135 oligosac. geconjugeerd 5 µg Neisseria meningitidis Y oligosacch. geconjugeerd 5 µg

MenQuadfi:  Bevat per dosis à 0,5 ml: polysaccharide van meningokokkengroep A 10 µg, -groep C 10 µg, -groep W135 10 µg en -groep Y 10 µg,

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

RIJKSVACCINATIE PROGRAMMA Meningokokken ACWY
  • Intramusculair
    • 14 maanden
      [6]
      • Nimenrix: 0,5 ml/dosis, éénmalig.
Vaccinatie tegen invasieve meningokokkenziekten veroorzaakt door Neisseria meningitidis-groepen A, C, W135, Y
  • Intramusculair
    • ≥ 6 weken
      [4] [5]
      • NIMENRIX
        6 weken tot 6 maanden: 0,5 ml/dosis/dosis
        Vaccinatieschema als volgt:.
        1e vaccinatie: op leeftijd vanaf 6 weken
        2e vaccinatie: 2 maanden na de 1e dosis.
        3e vaccinatie: boosterdosis op leeftijd van 12 maanden.
        6 maanden tot 18 jaar: 0,5 ml/dosis, éénmalig.
        Een tweede dosis na een een periode van 2 maanden kan overwogen worden voor zuigelingen van 6-14 maanden met een verhoogd risico op meningococcen ziekten obv blootstelling aan W-135 en Y.

        MENVEO
        2 jaar tot 18 jaar: 0,5 ml/dosis, éénmalig.

        MENQUADFI
        12  maanden tot 18 jaar: 0,5 ml/dosis, éénmalig.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.

Bijwerkingen bij kinderen

Zeer vaak (> 10%): koorts, vermoeidheid, slaperigheid, prikkelbaarheid, hoofdpijn, malaise. Spierpijn. Verlies van eetlust. Reactie op de injectieplaats (pijn, zwelling; roodheid of een verharding van ≤ 5 cm).

Vaak (1-10%): maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, diarree. Artralgie. Rillingen. Huiduitslag. Hematoom op de injectieplaats, verharding of roodheid van meer dan 5 cm.

Soms (0,1-1%): duizeligheid, hypo-esthesie. Slapeloosheid, huilen. Andere reactie op de injectieplaats (induratie, jeuk, warmte, verdoofd gevoel). Jeuk elders, urticaria. Pijn in de ledematen.

Zelden (0,01- 0,1%): lymfadenopathie. Koortsstuip.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheid (incl. anafylaxie, bronchospasme, gezichtsoedeem, angio-oedeem). Tonische convulsie, syncope, paresthesie, hypotonie. Uitgebreide zwelling van het gevaccineerde ledemaat, vaak met erytheem en soms inclusief een nabijgelegen gewricht, of zwelling van het gehele ledemaat.

Bij kinderen van 12-23 maanden ook zeer vaak sufheid.

 

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

 

 


 

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • Acute infectieziekte.
  • Overgevoeligheid tetanustoxoïd en difterietoxine.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Het vaccin biedt geen bescherming tegen andere Neisseria meningitidis-groepen dan A, C, W135 en Y. Patiënten met een immunodeficiëntie of die met immunosuppressiva worden behandeld, kunnen een verminderde of helemaal geen immunologische respons vertonen. Immunisatie met dit vaccin vervangt niet de standaard immunisatie tegen difterie of tetanus.

Bij familiaire complementdeficiënties (bv. C5- of C3-deficiënties) of behandelingen die terminale complementactivatie remmen (bv. eculizumab) is er een vergroot risico op invasieve ziekte door Neisseria meningitidis A, C, W135 en Y, ook na antilichaamontwikkeling na vaccinatie.

Overweeg een boostervaccinatie bij een bijzonder risico op blootstelling aan serogroep A en het langer dan ongeveer een jaar geleden is dat een quadrivalent vaccin is toegediend. Afname van bactericide antilichaamtiters tegen serogroep A is gemeld; de klinische relevantie hiervan is onbekend.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Interacties vaccins algemeen:

Gelijktijdig geven van vaccins

  • dode (geïnactiveerde) vaccins mogen in dezelfde zitting worden toegediend met andere dode vaccins. Er hoeft geen interval te worden aangehouden tussen het toedienen van deze vaccins;
  • dode (geïnactiveerde) vaccins mogen in dezelfde zitting worden toegediend met levende vaccins. Er hoeft geen interval te worden aangehouden tussen het toedienen van deze vaccins;
  • parenteraal toegediende levende vaccins mogen in dezelfde zitting worden toegediend met oraal toegediende levende vaccins. Er hoeft geen interval te worden aangehouden tussen het toedienen van deze vaccins;
  • twee parenteraal toegediende levende vaccins worden bij voorkeur met een interval van ten minste 4 weken toegediend. Reden hiervoor is het induceren van de productie van interferonen gedurende 1-2 weken door het ene vaccin, die kunnen interfereren met de immuunrespons op het andere vaccin. Indien dit niet mogelijk is, kunnen ze ook tegelijkertijd worden toegediend.

Immunoglobulinen, bloed en bloedproducten

Deze kunnen specifieke antistoffen bevatten tegen het virus in het toegediende levende virusvaccin, waardoor de immuunrespons kan worden verzwakt. Het levende virusvaccin dient ten minste 14 dagen voor (bij varicellavaccin wordt aangegeven 1 maand) of ten minste 6 weken na (bij voorkeur 3 maanden, bij varicellavaccin wordt aangegeven 5 maanden) toediening van immunoglobulinen, bloed of bloedproducten te worden gegeven.

Van zostervaccin is niet bekend of het een interactie geeft met bloedproducten; er hoeft geen interval te worden aangehouden.

Immunoglobulinen, bloed en bloedproducten van Nederlandse donoren bevatten geen antistoffen tegen het gelekoortsvirus; deze mogen gelijktijdig worden gegeven met het gelekoortsvaccin.

Relevant:

Levende vaccins: tijdens het gebruik van middelen die immunosuppressief werken (immunosuppressiva, corticosteroïden, bepaalde Middelen bij inflammatoire aandoeningen, veel oncolytica) kan vaccinatie met levende micro-organismen een gegeneraliseerde infectieziekte veroorzaken. Deze combinaties moeten worden vermeden. Combinatie met corticosteroïden is in het algemeen gecontraïndiceerd zolang het corticosteroïd immunosuppressie veroorzaakt, met name bij systemisch gebruik langer dan 2 weken, echter niet bij suppletie en niet bij lokale toepassing (behalve bij grote oppervlakken onder occlusie). Oncolytica zijn: cytostatische oncolytica, CDK4- en CDK6-remmers (abemaciclib, palbociclib, ribociclib), PARP-remmers (niraparib, olaparib, rucaparib, talazoparib), proteasoomremmers (bortezomib, carfilzomib, ixazomib), tyrosinekinaseremmers met immunosuppressieve werking (zie aldaar), monoklonale antilichamen bij kanker met immunosuppressieve werking (zie aldaar), alemtuzumab, alpelisib, duvelisib, idelalisib, en overige oncolytica met een cytostatische werking (aminolevulinezuur, amsacrine, arseentrioxide, asparaginase, axicabtagen ciloleucel, eribuline, hydroxycarbamide, lenalidomide, mitotaan, panobinostat, pegaspargase, pomalidomide, talimogeen laherparepvec, temoporfine, tisagenlecleucel, trabectedine, venetoclax)

Tijdens het gebruik van monoklonale antilichamen bij kanker die immunomodulerend werken (zie aldaar) kan vaccinatie met levende micro-organismen een gegeneraliseerde infectie veroorzaken, en kan vaccinatie sowieso niet of minder effectief zijn gezien het ontbreken van een adequate immuunrespons. De combinatie moet worden vermeden.

Niet-levende vaccins: tijdens het gebruik van middelen die immunosuppressief werken (zie hierboven bij levende vaccins) kunnen vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen minder effectief zijn door een verminderde immuunrespons. In sommige gevallen kan het vaccin herhaald worden toegediend of kan een titerbepaling worden gedaan. Griepvaccinatie wordt sowieso aanbevolen bij personen met verminderde weerstand tegen infecties (bijvoorbeeld door immunosuppressieve medicatie of chemotherapie).

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met lokaal toegediend pimecrolimus of tacrolimus.

BACTERIELE VACCINS

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

CHLOLERAVACCINS

Cholera vaccin

Dukoral
J07AE01
HAEMOPHILUS INFLUENZAE B-VACCINS
J07AG01
MENINGOKOKKENVACCINS

Meningococcen B vaccin

Bexsero, Trumenba
J07AH09
J07AH07
KINKHOESTVACCINS
J07AJ52
PNEUMOKOKKENVACCINS

Pneumokokken vaccin

Synflorix, Prevenar 13, Pneumovax 23, Vaxneuvance
J07AL02
TUBERCULOSEVACCINS
J07AN01
BUIKTYFUSVACCINS

Buiktyfusvaccin

Typhim, Typherix, Vivotif
J07AP03

Referenties

  1. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen)., Geraadpleegd 01 mrt 2024
  2. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 3-2-2022
  3. Baxter Healthcare Ltd, SmPC NeisVac-C (RVG 26343) 30-05-2021, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  4. Pfizer Europe MA EEIG, SmPC Nimenrix (EU/1/12/767/005-007) Rev 36; 17-07-2023, www.ema.europa.eu
  5. Novartis Vaccines and Diagnostics S.r.l., SmPC Menveo (EU/1/10/614/002-003) Rev 34. 15-01-2024, www.ema.europa.eu
  6. RIVM, Richtlijn Rijksvaccinatieprogramma , www.rivm.nl, 2014
  7. Landelijk Centrum Infectieziekten, Richtlijn Meningokokken ACWY-vaccinatie, www.lci.rivm.nl, Geraadpleegd 26 sept 2018
  8. GSK Vaccines S.r.l, SmPC Bexsero (EU/1/12/812/001-4) 05-12-2018
  9. GlaxoSmithKline GmbH & Co. KG, SmPC Menjugate (PEI.H.02481.01.3)
  10. PFIZER PHARMA GmbH, SmPC Trumenba (EU/1/17/1187/001)
  11. Ständige Impfkommission (STIKO) beim Robert Koch-Institut (RKI), Empfehlungen der Ständigen Impfkommission (STIKO) - 2018/2019, Epidemiologisches Bulletin, 2018, 34, 335-382
  12. Lareb, Allergic reactions after administration of Nimenrix®, https://www.lareb.nl/Knowledge/FilePreview?id=44452&p=33563, 09-10-2023

Wijzigingen

  • 09 februari 2022 17:09: Wijziging in vaccinatie schema nimenrix.
  • 22 januari 2019 09:03: Indicatie Meningococcen B toegevoegd obv SmPC
  • 22 januari 2019 09:03: Indicatie Vaccinatie Menigococcen B toegevoegd
  • 31 juli 2018 13:40: Wijziging Rijksvaccinatie programma: Men ACWY ipv MenC
  • 31 juli 2018 13:40: Doseeradvies nimenrix voor neonaten toegevoegd obv SmPC Nimenrix
  • 25 augustus 2015 17:05: Leeftijdscategorie aangepast op basis van wijziging in SmpC

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering