Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Triptoreline

Stofnaam
Triptoreline
Merknaam
Decapeptyl, Pamorelin
ATC code
L02AE04

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Gonadoreline (GnRH-)agonist. Sterk werkend, synthetisch analogon van het hypothalamushormoon gonadoreline(LH-RH). Triptoreline zet de hypofyse aan tot productie van LH en FSH. Bij voortgezet gebruik treedt echter suppressie op door uitputting en ongevoelig worden van de gonadotrope hypofysecellen; hierdoor daalt bij mannen de testosteronspiegel na circa drie weken tot castratieniveau, bij vrouwen daalt de oestrogeenspiegel tot postmenopauzale waarden. Bij kunstmatige voortplantingstechnieken maakt down-regulatie met triptoreline vóór de behandeling met gonadotrofinen een betere controle van de ovulatie-inductie mogelijk. Bij kinderen worden zowel de basale als de GnRH-gestimuleerde LH- en FSH-spiegels onderdrukt.

Farmacokinetiek bij kinderen

Bij kinderen met pubertas praecox:
Tmax: 4 (2-8) uur 
Cmax (0-169 dagen): 39.9 (19.1 to 107.0) ng/ml.

Er werd geen accumulatie van triptoreline gezien tijdens de 12 maanden durende behandeling [SmPC Pamorelin LA 22.5 mg]
 

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Pubertas Praecox met een bevestigde oorzaak
Meisjes < 8 jaar; jongens <10 jaar:
< 20 kg: 1,875 mg per 4 weken
20-30 kg: 2,5 mg per 4 weken
> 30 kg: 3,75 mg per 4 weken
of 22,5 mg per 6 maanden

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Inj.vlst. (acetaat) 0.1 mg/ml; 
Poeder voor inj.vlst. "CR" (als acetaat) 3.75 mg + 1 ml oplosm
Poeder voor inj.susp. (als embonaat) 3.75 mg, 11,25 mg, 22,5 mg + 2 ml oplosm.

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Doseringen

Centrale pubertas praecox
  • Subcutaan
    • < 20 kg
      [1] [2]
      • Bij jongens < 10 jaar:
        Bij meisjes <  8 jaar: 1,875
        mg/dosis 1 x per 4 weken.
      • Behandelduur:

        De behandeling moet worden gestopt als een botleeftijd wordt bereikt van ouder dan 12 jaar bij meisjes en ouder dan 13 jaar bij jongens.

        • Als de onderdrukking onvoldoende is, kan elke 3 weken een dosis toegediend worden.
        • Uitsluitend op voorschrift van kinderendocrinoloog.
    • 20 tot 30 kg
      [1] [2] [5]
      • Bij jongens < 10 jaar:
        Bij meisjes <  8 jaar: 2,5
        mg/dosis 1 x per 4 weken.
        Alternatieve doseerschema's (intramusculair)
        • 11,25 mg/dosis, 1 x per 3 maanden
        • 22,5 mg/dosis, 1 x per 6 maanden
        .
      • Behandelduur:

        De behandeling moet worden gestopt als een botleeftijd wordt bereikt van ouder dan 12 jaar bij meisjes en ouder dan 13 jaar bij jongens.

      • Als de onderdrukking onvoldoende is, kan elke 3 weken een dosis toegediend worden.
        Uitsluitend op voorschrift van kinderendocrinoloog.

    • ≥ 30 kg
      [1]
      • Bij jongens < 10 jaar:
        Bij meisjes <  8 jaar: 3,75
        mg/dosis 1 x per 4 weken.
        Alternatieve doseerschema's, intramusculair
        • 11,25 mg/dosis, 1 x per 3 maanden
        • 22,5 mg/dosis, 1 x per 6 maanden
        .
      • Behandelduur:

        De behandeling moet worden gestopt als een botleeftijd wordt bereikt van ouder dan 12 jaar bij meisjes en ouder dan 13 jaar bij jongens.

      • Als de onderdrukking onvoldoende is, kan elke 3 weken een dosis toegediend worden.
        Uitsluitend op voorschrift van kinderendocrinoloog.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Bijwerkingen bij kinderen

Zeer vaak (≥ 10%): lichte tot matige vaginale bloeding, waaronder onttrekkingsbloeding (in de eerste maand).

Vaak (1-10%): buikpijn. Reactie op de injectieplaats (erytheem, ontsteking, pijn). Overgevoeligheid. Gewichtstoename. Hoofdpijn. Stemmingswisseling, depressie. Acne. Opvliegers.

Soms (0,1-1%): anafylactische reactie. Gezichtsstoornissen. Misselijkheid, braken, obstipatie. Malaise. Obesitas. Nekpijn. Borstpijn. Epistaxis. Jeuk, huiduitslag, urticaria.

Verder zijn gemeld: myalgie. Nervositeit, (affectie) labiliteit. Angioneurotisch oedeem, alopecia, erytheem. Epifysiolyse capitis femoris, spierzwakte. Genitale bloeding. Hypertensie, stijging prolactine in bloed.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Ten gevolge van de verlaagde testosteron- of oestrogeenconcentratie zeer vaak (> 10%): botpijn, hoofdpijn, opvliegers en meer zweten, alsmede bij mannen dysurie, verminderd libido en erectiele disfunctie en bij vrouwen doorbraakbloedingen, bekkenpijn, dysmenorroe, ovariële hyperstimulatie en hypertrofie, vaginale droogheid, dyspareunie, asthenie, verlaagd libido, stemmingswisselingen.

Vaak (1-10%): depressieve stemming of depressie, slaapstoornis, prikkelbaarheid. Misselijkheid. Myalgie, artralgie, rugpijn. Vermoeidheid, overgevoeligheidsreacties (jeuk, huiduitslag, koorts), reactie op de injectieplaats.

Soms (0,1-1%): opgezette buik, buikpijn, obstipatie, diarree, braken, gewichtsveranderingen. Anafylaxie. Verhoogde enzymspiegels (LDH, γ-GT, ASAT, ALAT).

Zelden (0,01-0,1%): smaakstoornissen. Lymfadenopathie. Epileptische aanvallen.

Verder zijn gemeld: angst, verwardheid, geheugenstoornis, slaperigheid, onvermogen rechtop te staan, (draai)duizeligheid. Nasofaryngitis, griepachtige verschijnselen. Diabetes mellitus. Wazig zien. Hypotensie, hypertensie. Benauwdheid, bloedneus. Acne, blaren, angio-oedeem, urticaria, purpura. Spierspasmen, spierzwakte. Pijnlijke borsten, menstruatiestoornissen. Ontsteking, erytheem op de injectieplaats.  Verhoogde bloedspiegels van creatinine, ureum, alkalische fosfatase.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Overgevoeligheid voor GnRH-analogen.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Een significante toename van de lichaamslengte in centrale vroegrijpe puberteit is alleen te verwachten als de diagnose / behandeling begint bij een leeftijd <6 jaar en als het (onbehandelde) beloop progressief is [Bereket 2017, Carel et al.]

Aan het begin van de behandeling dient de chronologische leeftijd voor meisjes minder dan 8 en voor jongens minder dan 10 jaar te zijn. De behandeling staken bij een botleeftijd van ouder dan 12 jaar bij meisjes en ouder dan 13 jaar bij jongens.

Vóór behandeling pseudopubertas praecox (gonadale tumor, bijniertumor of hyperplasie) en gonadotrofine-onafhankelijke pubertas praecox (testiculaire toxicose, familiaire Leydig cel hyperplasie) uitsluiten. Gebruik bij kinderen met progressieve hersentumoren zorgvuldig overwegen. Bij meisjes kan in de eerste maand vaginale bloeding met lichte of matige intensiteit optreden. De toekomstige reproductieve functie en vruchtbaarheid lijken niet te worden beïnvloed door behandeling met GnRH-agonisten, maar voldoende gegevens ontbreken nog. Bij de meeste meisjes treedt regelmatige menstruatie gemiddeld 1 jaar na staken van de behandeling op. De piekbotmassa in de late adolescentie lijkt niet door de behandeling beïnvloed te worden. Na staken van de behandeling kan de epifyse van het dijbeen loslaten.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Behandeling met gonadoreline-agonisten geeft meer kans op depressie die ernstig kan zijn; de patiënt hiervoor waarschuwen. Bij het optreden van symptomen van een depressie kan een geschikte behandeling noodzakelijk zijn. Gebruik kan gepaard gaan met botverlies (ca. 1%/maand tijdens 6 mnd. behandeling) en kan leiden tot osteoporose met kans op botfracturen, met name bij aanvullende risicofactoren zoals chronisch alcoholmisbruik, roken, langdurig gebruik van anti-epileptica of corticosteroïden, osteoporose in de familie-anamnese en ondervoeding. Bij aanwezigheid van risicofactoren de baten en nadelen van de therapie zorgvuldig afwegen. Voorafgaande en tijdens de behandeling de botdichtheid controleren. Zonodig zijn preventief veranderingen van levensstijl en adequate inname van calcium en vitamine D via de voeding van belang. Gelijktijdig gebruik van een bisfosfonaat kan het botverlies verminderen. Na staken van de behandeling met triptoreline neemt de botdichtheid meestal binnen 6–9 maanden weer grotendeels toe. Behandeling kan een hypofyse-adenoom aan het licht brengen zich uitend in hypofysaire apoplexie met als kenmerken: plotselinge hoofdpijn, gezichtsstoornissen, oftalmoplegie, braken, veranderingen in de mentale toestand en soms cardiovasculaire shock. Secundaire lymfocytose kan optreden bij behandeling en lijkt te wijzen op de betrokkenheid van gonadale hormonen bij de involutie van de thymus.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Niet beoordeeld: combinatie met oestrogenen wordt ontraden.

Interacties gonadoreline agonisten algemeen
Niet beoordeeld: diagnostische tests van de hypofysaire functie kunnen verstoord raken tijdens en na de behandeling met gonadoreline-agonisten.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

GONADORELINE-ANALOGEN

Leuproreline

Lucrin
L02AE02

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Referenties

  1. Ferring BV, SmPC Decapeptyl (RVG 12450) 17-12-2019, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  2. Informatorium Medicamentorum, (interacties), Geraadpleegd 08 mrt 2016
  3. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 08 mrt 2016
  4. Noordam, C, NVK werkboek Kinderendocrinologie, 2010
  5. Ipsen, SmPC Pamorelin LA 22,5mg Pulver und Lösungsmittel zur Herstellung einer Depot-Injektionssuspension (73771.00.00), 03/2018
  6. Bereket, A, A critical appraisal of the effect of gonadotropin-releasing hormon analog treatment on adult height of girls with central precocious puberty, J Clin Res Pediatr Endocrinol, 2017, 30;9(Suppl 2), 33-48
  7. Carel, JC, et al, Consensus statement on the use of GnRH analogs in children, Pediatrics, 2009, 12(4), 752-62
  8. IPSEN Farmaceutica B.V., SmPC Pamorelin 22,5 mg (RVG 103585) 17-04-2019, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Wijzigingen

  • 05 oktober 2021 16:24: Toedieningsweg voor alternatieve doseerschema's toegevoegd
  • 27 juli 2020 14:26: Er zijn kinetische gegevens toegevoegd obv SmPC
  • 31 juli 2018 12:20: Doseeradvies gesplitst naar kinderen <20 kg en > 20 kg op advise sectie kinderendocrinologie
  • 08 maart 2016 10:44: NIEUW TOEGEVOEGD

Wijzigingen