Het allergeenextract huisstofmijtextract bestaat voornamelijk uit eiwitten. Het werkingsmechanisme van allergeenextracten is niet volledig bekend. Behandeling met huisstofmijtextract wekt een systemische competitieve antilichaamreactie op tegen huisstofmijt en brengt een verhoging van de concentratie van specifiek IgG4 teweeg. Klinisch effect treedt naar verwachting 8–16 weken na aanvang van de behandeling op. Internationale behandelrichtlijnen geven aan dat met allergie immunotherapie een gunstig effect op het natuurlijke beloop van de aandoening kan worden bereikt na een behandelperiode van 3 jaar.
Het hoofdbestanddeel van de allergenen bestaat uit polypeptiden en eiwitten, die in het spijsverteringskanaal en in weefsels worden afgebroken. Het is niet te verwachten dat een substantieel deel van de allergenen in de bloedbaan bereikt. Daarom zijn geen farmacokinetische studies uitgevoerd. [SmPC]
Lyophilisaat, oraal 12 SQ-HDM
Matig tot ernstig allergische rhinitis door huisstofmijt |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Bijwerkingen bij kinderen verschillen niet van die bij volwassenen.
Lokale allergische reacties treden op, vooral in de eerste paar dagen, meestal binnen 5 minuten na inname, en nemen af na enkele minuten tot uren. Deze reacties verdwijnen bij voortzetting van de behandeling (na 1–3 maanden).
Zeer vaak (> 10%): nasofaryngitis, keelirritatie, gezwollen lippen, oedeem en/of jeuk in de mond. Jeukende oren.
Vaak (1-10%): astma, dyspneu, dysfonie. Orofaryngeale pijn, faryngeaal oedeem. Rinitis, sinusitis, faryngitis, bronchitis. Jeukende ogen. Jeukende lippen, jeukende tong, oedeem van de tong, glossitis, glossodynie, pijn in de mond, mondzweren, onaangenaam gevoel in de mond, erytheem van het mondslijmvlies, stomatitis, dysfagie, orale paresthesie, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, dyspepsie, gastro-oesofageale refluxziekte. Onaangenaam gevoel op de borst, vermoeidheid. Jeuk op de huid, urticaria.
Soms (0,1-1%): anafylactische reactie. Hartkloppingen. Duizeligheid, paresthesie. Verstopte neus, rinorroe, niezen, onaangenaam gevoel in de neus, neusoedeem. Beklemd gevoel in de keel, faryngeaal erytheem, hypertrofie van de tonsillen. Laryngitis. Blaarvorming van het mondslijmvlies, droge mond, pijnlijke lippen, lipzweren, speekselkliervergroting, hypersecretie van speeksel, oesofageale irritatie. Onaangenaam gevoel van de oren. Erytheem op de huid. Allergische conjunctivitis. Malaise.
Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem. Laryngeaal/tracheaal oedeem. Neusobstructie.
Verder is gemeld: eosinofiele oesofagitis.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Behandeling met huisstofmijtextract dient alleen te worden ingesteld door artsen met voldoende ervaring in de behandeling van allergische ziekten.
Ernstige systemische allergische reacties: staak behandeling bij klachten die duiden op ernstige laryngofaryngeale of systemische allergische reacties (bv. angio-oedeem, slik- of ademhalingsproblemen, stemveranderingen, hypotensie en/of geassocieerde symptomen). Zorg voor medisch toezicht tijdens inname van de eerste dosis. Patiënten dienen geïnformeerd te worden over bijbehorende signalen en symptomen en onmiddellijk medische hulp te zoeken. Ernstige allergische reacties (zoals anafylactische reacties, incl. het optreden van anafylactische shock) kunnen zich nog voor doen volgende op de tweede of latere toedieningen en kunnen worden behandeld met intramusculair (of evt. subcutaan) toegediend adrenaline.
Astma is een risicofactor voor ernstige allergische reacties. Patiënten met een hartziekte kunnen een groter risico hebben in geval van systemische allergische reacties ; de klinische ervaring met dit middel bij deze patiëntengroep en bij patiënten met auto-immuunziekten in remissie is beperkt. Wees ook voorzichtig, indien eerder een systemische allergische reactie is opgetreden bij behandeling met een subcutane immunotherapie voor huisstofmijtallergie; de middelen om een ernstige systemische reactie te behandelen moeten voor handen zijn.
Bij ernstige lokale reacties toediening van anti–allergische medicatie (bv. antihistaminica) overwegen.
Bij ernstige of persisterende gastro-oesofageale symptomen zoals dysfagie of dyspepsie contact opnemen met de arts vanwege kans op het ontstaan van eosinofiele oesofagitis.
Bij mondproblemen zoals een ernstige ontsteking, wond of na een operatie aan de mond (bv. extractie van tanden en/of kiezen) of na verlies van tanden, de behandeling onderbreken om de mond te laten genezen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met middelen die immunosuppressie veroorzaken (immunosuppressiva, corticosteroïden, oncolytica (inclusief een aantal tyrosinekinaseremmers en monoklonale antilichamen met immunosuppressieve werking)).
Niet beoordeeld:
Bij immunotherapie
Het gebruik van β-blokkers is een contra-indicatie, omdat bij optreden van een anafylactische shock deze niet goed kan worden behandeld met adrenaline door verminderde effectiviteit. Het gaat hier in feite om de relevante interactie tussen adrenaline en β-blokkers, zie aldaar.
TCA's en MAO-remmers kunnen de effecten van adrenaline versterken, met mogelijke fatale gevolgen.
Bij gebruik van een ACE-remmer tijdens een immunotherapeutische behandeling zijn anafylactoïde reacties gemeld, mogelijk door invloed van ACE-remmers op bradykinine.
Antihistaminica, β2-sympathicomimetica, histamine-afgifteremmende middelen en corticosteroïden kunnen de tolerantiegrens van patiënten veranderen. Aanpassing van de dosering kan volgens de fabrikant noodzakelijk zijn bij verandering van deze medicatie.
Vaccinaties (zowel bacterieel als viraal) dienen ten minste 7 dagen na de laatste allergeeninjectie te worden toegediend. De immunotherapie kan 7 dagen na de vaccinatie weer worden hervat. Sommige fabrikanten adviseren de immunotherapie dan te hervatten met de helft van de laatst toegediende dosis. Bij orale immunotherapie hoeft de behandeling niet te worden onderbroken voor de vaccinatie.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ALLERGEENEXTRACTEN | ||
---|---|---|
Grazax, Oralair
|
V01AA02 |