Gehumaniseerd monoklonaal antilichaam, bereid via DNA-recombinanttechniek in ovariumcellen van de Chinese hamster, dat zich selectief bindt aan humaan immunoglobuline E (IgE). Het voorkomt binding van IgE aan de hoog-affiene FCεRI-receptor, waardoor de hoeveelheid vrij IgE die beschikbaar is om een allergische cascade teweeg te brengen, afneemt. Voorts neemt het aantal eosinofielen (van bloed en weefsel) en het aantal ontstekingsmediatoren (zoals IL-4, IL-5 en IL-13) door aangeboren en adaptieve immuuncellen en niet-immuuncellen, af. Binnen 1 uur na injectie wordt de serumconcentratie vrij IgE verlaagd. De gemiddelde vermindering is 84–99% van de beginwaarde. Effect is aangetoond na ten minste 4 weken (chronische rinosinusitis met poliepen) 12–16 weken (allergisch astma) behandeling.
Geen informatie
Astma: On-label
Chronische urticaria:
< 12 jaar: off-label
> 12 jaar: on-label
Poeder voor inj.vlst. 75 mg, 150 mg
Verbeteren astma controle bij ernstig persistent astma | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Chronische urticaria |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
< 12 jaar:
Zeer vaak (> 10%): , koorts.
Vaak (1-10%): hoofdpijn; pijn in de bovenbuik.
Zeer vaak (> 10%): koorts bij kinderen van 6–12 jaar.
Vaak (1-10%): hoofdpijn (vaker bij kinderen van 6–12 j.). Reacties op de injectieplaats zoals pijn, jeuk, erytheem, zwelling. Pijn in de bovenbuik (bij kinderen van 6–12 j. en bij chronische rinosinusitis met neuspoliepen). Bovensteluchtweginfectie, sinusitis (bij urticaria). Artralgie (vooral bij chronische rinosinusitis met neuspoliepen)
Soms (0,1-1%): misselijkheid, diarree, dyspepsie. Gewichtstoename. Moeheid, slaperigheid, duizeligheid (vaker bij chronische rinosinusitis met neuspoliepen), paresthesie, syncope. Orthostatische hypotensie, blozen. Hoesten, faryngitis, allergische bronchospasmen. Urticaria, huiduitslag, jeuk, fotosensibilisatie. Opgezwollen armen, influenza-achtig beeld.
Zelden (0,01-0,1%): parasitaire infecties. Anafylaxie, angio-oedeem, vorming van antilichamen tegen omalizumab. Larynxoedeem, Systemische lupus erythematodes.
Verder zijn gemeld: (ernstige) immuungemedieerde trombocytopenie. Allergische granulomateuze vasculitis (met name Churg-Strauss-syndroom), serumziekte (waaronder koorts, lymfadenopathie). Artralgie, myalgie, gewrichtszwelling. Alopecia.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Astma: Behandeling met omalizumab alleen overwegen bij patiënten met overtuigend IgE-gemedieerd astma. Niet toepassen bij de behandeling van acute verergering van astma, acute bronchospasmen of status asthmaticus.
Parasitaire infecties: Voorzichtig toepassen bij patiënten die veel kans lopen op worminfecties, vooral wanneer zij naar gebieden reizen waar deze infecties endemisch zijn, omdat IgE mogelijk betrokken is bij de immunologische respons op sommige worminfecties. Bij onvoldoende reactie op de aanbevolen behandeling met anthelminthica, overwegen de behandeling met omalizumab te staken.
Behandeling met systemische, intranasale of inhalatiecorticosteroïden niet abrupt staken bij starten met omalizumab. Bij vermindering van systemische corticosteroïdbehandeling alert zijn op symptomen van eosinofilie, vasculitische huiduitslag, achteruitgang van pulmonale symptomen, paranasale sinusafwijkingen, cardiale complicaties en/of neuropathie. Overweeg de behandeling met omalizumab te staken bij ernstige systemische eosinofilie of vasculitis.
Overgevoeligheid: Lokale of systemische allergische reacties (waaronder anafylaxie/anafylactische shock) kunnen optreden, ook na langdurige behandeling; gewoonlijk binnen 2 uur, maar ook 2–24 uur na injectie. Meestal treden anafylactische reacties op binnen de eerste 3 doses. Een voorgeschiedenis van anafylaxie niet gerelateerd aan omalizumab kan een risicofactor zijn. De behandeling staken bij ernstige overgevoeligheidsreacties. Serumziekte en serumziekte-achtige reacties (allergische reactie type III) kunnen optreden 1–5 dagen na toediening van de eerste of daaropvolgende injecties, ook na langdurige behandeling. Wees alert op symptomen die wijzen op serumziekte, zoals artritis/artralgie, huiduitslag, koorts en lymfadenopathie.
Onderzoeksgegevens: Wees voorzichtig bij auto-immuunziekten, immuuncomplexgemedieerde aandoeningen of reeds bestaande nier- of leverinsufficiëntie vanwege onvoldoende onderzoeksgegevens. Bij hyperimmunoglobuline E-syndroom of allergische bronchopulmonaire aspergillose of voor de preventie van anafylactische reacties (waaronder die reacties die worden veroorzaakt door voedselallergie), atopisch eczeem of allergische rinitis is omalizumab niet onderzocht. Voor gebruik bij ernstige chronische rinosinusitis met neuspoliepen zijn de werkzaamheid en veiligheid bij kinderen niet vastgesteld.
Geen
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
XANTHINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
R03DA04 |
LEUKOTRIEENANTAGONISTEN | ||
---|---|---|
Singulair
|
R03DC03 |
OVERIGE MIDDELEN BIJ ASTMA/COPD VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Nucala
|
R03DX09 | |
Tezspire
|
R03DX11 |