Zwak werkend corticosteroïd. Corticosteroïden hebben een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking. Zij onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende aandoeningen, echter zonder de eraan ten grondslag liggende aandoeningen te genezen. Door de lipofiele eigenschappen van prednisolon penetreert het goed en volledig door het cornea-epitheel.
Er zijn geen studies uitgevoerd naar farmacokinetische parameters van prednisolon na oculaire toepassing bij kinderen.
Oogdruppels. susp. (acetaat) 1% (10 mg/ml) Conserveermiddel: benzalkoniumchloride
Oogdruppel. (di-Na-fosfaat) 5 mg/ml
Oogzalf (pivalaat) 0,5% (5 mg/g)
Minims 0,5% (5 mg/ml) (bevatten geen conserveermiddel)
Inflammatoire, niet-infectieuze aandoening van de conjunctiva, uveitis en post-operatief |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Verhoogde oogdruk (cataract en glaucoom); infecties, oogpenetratie (sclerale of corneale perforatie) {SmPC Prednisolon Augensalbe]
Bij langdurig gebruik: onderdrukking van de bijnierschorsfunctie.
Lokaal: Gemeld zijn met betrekking tot de huid rond de ogen: huidatrofie, striae en teleangiëctasieën. Oogklachten (zoals wazig zien, een prikkend of brandend gevoel, corpus–alienum–gevoel), hyperemie, secundaire ooginfecties, uveïtis, papiloedeem (pseudo–tumor cerebri), mydriase, petechiën op palpebrale conjunctiva, malacie van de sclera, vertraagde wondgenezing, ptosis.
Bij langdurig gebruik: (subcapsulair) cataract, verhoogde intra–oculaire druk, glaucoom, verdunde cornea, perforatie van de cornea of sclera.
Systemisch: Gemeld zijn: overgevoeligheid, urticaria, jeuk, huiduitslag. Hoofdpijn. Dysgeusie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Aandoeningen, veroorzaakt door een bacterie, virus, schimmel, gist of parasiet. Ulcereuze aandoeningen, wonden. Overgevoeligheid voor corticosteroïden en/of voor benzalkoniumchloride (oogdruppels).
Toepassing van corticosteroiden in het oog dient onder supervisie van een oogarts te geschieden.
Bij onvoldoende controle van de inflammatie overstappen naar een andere behandelingsmodaliteit ivm risico cataract, glaucoom en blindheid. Er is een verhoogd risico op virale keratitis bij langdurig gebruik.
BIj langdurige gebruik van hoge doseringen in het oog kan in theorie onderdrukking van de bijnieras optreden. [SmPC Inflaneron forte)
Niet gebruiken bij epitheliale herpes simplex keratitis. Wees zeer voorzichtig bij gebruik van oculaire corticosteroïden bij de behandeling van diepe herpes simplex keratitis (aantasting diepere cornealagen); een gecombineerde efficiënte antivirale behandeling en regelmatig onderzoek met een spleetlamp zijn noodzakelijk. Wees zeer voorzichtig bij gebruik van oculaire corticosteroïden bij een herpes simplex infectie in de voorgeschiedenis; regelmatig onderzoek met een spleetlamp wordt aanbevolen om recidief vroegtijdig te ontdekken.
Secundaire ooginfecties: oogpreparaten met corticosteroïden vermeerderen de kans op secundaire ooginfecties en kunnen een ooginfectie maskeren, activeren of verergeren. Indien geen verbetering optreedt na 7-8 dagen, de mogelijkheid van een infectie overwegen. Bij een ooginfectie alleen lokale corticosteroïden geven als de infectie onder controle is door een efficiënte anti-infectieuze behandeling. Schimmelinfecties van de cornea treden vooral op tijdens langdurig gebruik van corticosteroïden. Wees bedacht op een schimmelinfectie bij persisterende ulceratie van de cornea. Indien schimmelinfecties optreden de behandeling met corticosteroïden staken.
Glaucoom, cataract: bij verandering in het gezichtsvermogen en een voorgeschiedenis van toegenomen intra-oculaire druk, glaucoom en/of cataract is nauwkeurige controle aangewezen. Langdurige behandeling kan leiden tot cataract en een verhoogde intra-oculaire druk met mogelijke ontwikkeling van glaucoom. Adequate controle is aangewezen, vooral bij diabetes mellitus, bij familiair glaucoom, ouderen en kinderen. Ook de zeldzame oogaandoening centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR) is gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Het gebruik van oogpreparaten met corticosteroïden direct na een staaroperatie kan het herstel vertragen en de kans op blaarvorming vergroten.
Perforaties van cornea en sclera: lokale corticosteroïden kunnen bij aandoeningen die gepaard gaan met een verdunning van cornea en sclera, perforaties veroorzaken.
Geen contactlenzen dragen tijdens een behandeling met prednisolon oogdruppels of oogzalf.
Bij droge ogen of een beschadigde cornea is nauwlettend toezicht vereist bij gebruik van Pred Forte oogdruppels, omdat het conserveermiddel benzalkoniumchloride bij langdurig gebruik keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie kan veroorzaken.
Corneacalcificaties: bij een aanmerkelijk beschadigde cornea kan het gebruik van de fosfaathoudende oogdruppels (Minims) leiden tot corneacalcificaties.
Geen interacties bij lokale toepassing
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
Dexa-Pos, Dexamethason Monofree
|
S01BA01 | |
FML liquifilm
|
S01BA07 |