Propafenon

Stofnaam
Propafenon
Merknaam
ATC code
C01BC03
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Een klasse Ic-anti-aritmicum met voornamelijk membraanstabiliserende en lokaal anesthetiserende eigenschappen en enige β-receptorblokkerende en calciumantagonistische activiteit. De depolarisatiesnelheid van de actiepotentiaal neemt af, de prikkeldrempel wordt verhoogd en de refractaire periode wordt verlengd, zowel in de atria als in de ventrikels, met remming van de prikkelvorming en -geleiding als gevolg. Propafenon is een racemisch mengsel van S- en R-propafenon. Werking: na 30 min.

Farmacokinetiek bij kinderen

De biologische beschikbaarheid is sterk variabel (12 – 50%), voedsel vermindert het first-pass-effect en vergroot de biologische beschikbaarheid. Metabolisering: in de lever door CYP2D6 tot actief 5-hydroxypropafenon.

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Aritmien:
Kinderen:
10-20 mg/kg/dag

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Tablet omhuld (hydrochloride) 150 mg, 300 mg
Inj.vlst. (hydrochloride) 3.5 mg/ml. (in Nederland uit de handel, te importeren via IP-International Pharmacy). De injectievloeistof kan alleen via de sonde oraal worden toegediend.

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Ernstige ventriculaire en supraventriculaire aritmieën
  • Oraal
    • 0 jaar tot 18 jaar
      [1] [2] [3] [4] [5] [6]
      • Startdosering: 7 mg/kg/dag in 3 - 4 doses.
      • Onderhoudsdosering: Ophogen met stappen van 2 mg/kg/dag tot 9 - 20 mg/kg/dag in 3 - 4 doses. Max: 900 mg/dag.
      • Advies inname/toediening:

        Bij voorkeur na de maaltijd innemen.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Misselijkheid, buikpijn, moeheid, wazig zien, smaakstoornissen. Pro-aritmische effecten zoals bradycardie en geleidingsstoornissen kunnen zowel optreden in de vorm van nieuwe ritmestoornissen als in de vorm van een verslechtering van bestaande aritmieën; deze kunnen leiden tot een verminderde hartfunctie en zelfs tot hartstilstand. Risico op pro-aritmische effecten is beduidend groter bij patiënten met structureel hartlijden en/of slechte linkerkamer-functie.

Overvloedige orale secretie en respiratoire stress kunnen optreden bij orale toediening. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de bittere smaak en kan worden voorkomen door smaakcorrectie

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): (draai)duizeligheid. Hartkloppingen, geleidingsstoornissen (sino–atriaal blok, AV–blok, intraventriculair blok).

Vaak (1-10%): (sinus)bradycardie, tachycardie, atriumflutter. Hoofdpijn, moeheid, asthenie, pijn op de borst, koorts. Droge mond, smaakstoornissen, buikpijn, obstipatie, diarree, misselijkheid, braken. Dyspneu. Wazig zien. Angst, slaapstoornis. Leverfunctiestoornis (verhoging ASAT, ALAT, γ–GT, alkalische fosfatase).

Soms (0,1-1%): huiduitslag, jeuk, urticaria, erytheem. Trombocytopenie. (Orthostatische) hypotensie, erectiele disfunctie. Verminderde eetlust. Nachtmerrie. Syncope, ataxie, paresthesie. (Fatale) aritmie, ventriculaire tachycardie. Abdominale distensie, flatulentie.

Verder zijn gemeld: overgevoeligheid. Granulocytopenie, leukopenie, agranulocytose. Lupusachtig syndroom. Extrapiramidale symptomen, convulsie, rusteloosheid, verwardheid. Ventrikelfibrilleren, (toename van) hartfalen. Bronchospasme. Acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP). Hepatocellulaire schade, cholestase, geelzucht, hepatitis. Verlaging spermatelling (reversibel).

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • Ongecontroleerd congestief hartfalen (linkerventrikel ejectiefractie < 35%)
  • cardiogene shock (tenzij deze wordt veroorzaakt door aritmie).
  • Myocardinfarct in de voorafgaande drie maanden.
  • Ernstige symptomatische bradycardie.
  • Functiestoornis van de sinusknoop, atriale geleidingsdefecten, tweedegraads of hoger AV–blok, bundeltakblok of distaal blok bij afwezigheid van een pacemaker.
  • Ernstige hypotensie.
  • Brugada-syndroom.
  • Stoornissen in de elektrolythuishouding, m.n. hyperkaliëmie.
  • Ernstige obstructieve longaandoeningen.
  • Myasthenia gravis.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Propafenon dient onder bewaking van hemodynamische parameters toegediend te worden. Bij verminderde lever- of nierfunctie moet de dosis worden aangepast i.v.m. cumulatie. Evenals bij andere anti-aritmica is er kans op aritmogene effecten, waardoor een verergering van de ventriculaire ritmestoornis kan optreden

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Klinisch instellen onder gelijktijdige ECG-bewaking en bloeddrukcontrole, waarbij eventueel plasmaspiegels gemeten worden. Gedurende behandeling is regelmatige cardiologische controle nodig; bij ventriculaire aritmieën dient naast de ECG-bewaking eerste-harthulp aanwezig te zijn. Bij de volgende ECG-veranderingen overwegen de behandeling te staken:

  • verlenging van QRS- of QT-interval > 25%;
  • verlenging van het PQ-interval > 50%;
  • verlenging van het QT-interval met > 500 ms;
  • toename in aantal of ernst van de aritmie.

Bij verlenging van het PQ-interval > 20% of verbreding van het QRS-complex tot meer dan 160 ms uiterste voorzichtigheid betrachten.

Na inname van propafenon kan een Brugada-syndroom aan het licht komen of kunnen Brugada–achtige veranderingen in het ECG worden geprovoceerd bij dragers van het syndroom die daarvóór geen symptomen hadden.

Gedurende de behandeling met propafenon de pacemakerinstelling aanpassen en controleren; omdat propafenon de myocardiale prikkeldrempel verhoogt, kan het nodig zijn de pulsenergie te verhogen. Ook de prikkeldetectie kan door propafenon beïnvloed worden.

Ernstige vertraging van de prikkelgeleiding en sterk verminderde myocardcontractiliteit kunnen optreden, indien toegepast bij myocardbeschadiging (myocardinfarct of endocarditis).

Bij de behandeling van paroxismaal atriumfibrilleren kan er conversie naar atriumflutter optreden met een 2:1 of 1:1 geleiding naar de ventrikel.

Vanwege de β-blokkerende eigenschappen van propafenon voorzichtig toepassen bij patiënten met een chronische obstructie van de luchtwegen.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:

Afname propafenon: de plasmaconcentratie kan dalen door efavirenz, etravirine en nevirapine.

Toename propafenon: cobicistat en HIV-proteaseremmers remmen het metabolisme. Combinatie met ritonavir wordt ontraden.

Propafenon remt het metabolisme van: digoxine en metoprolol.

De werking van cumarinederivaten kan worden versterkt.

Niet beoordeeld: combinatie met amiodaron kan hartritmestoornissen veroorzaken door beïnvloeding van de geleiding en de repolarisatie; geadviseerd wordt zo nodig de dosering van beide middelen aan te passen.

Bij combinatie met intraveneuze toediening van lidocaïne is een verhoogd risico op bijwerkingen op het centraal zenuwstelsel gemeld.

De plasmaconcentratie van CYP2D6 substraten, ciclosporine, propranolol, theofylline en tricyclische antidepressiva kan stijgen.

De plasmaconcentratie van propafenon kan dalen door rifampicine en fenobarbital.

De plasmaconcentratie van propafenon kan stijgen door cimetidine, fluoxetine (toename AUC met ong. 50%), kinidine en paroxetine .

Interacties antiarrhythmica algemeen:

Relevant: antiaritmica klasse IA en III, en flecaïnide kunnen het QTc-interval verlengen en torsade de pointes is gemeld, het risico hierop is verhoogd bij combinatie met andere middelen waarbij torsade de pointes is gemeld.

Niet beoordeeld: bij antiaritmica klasse IA en III kan het QTc-interval ook extra worden verlengd bij combinatie met middelen die hypokaliëmie kunnen veroorzaken (zoals amfotericine B intraveneus, corticosteroïden, thiazidediuretica en sommige laxantia).

ANTI-ARITMISCHE MIDDELEN KLASSE I EN III

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

ANTI-ARITMISCHE MIDDELEN KLASSE IA
C01BA01
ANTI-ARITMISCHE MIDDELEN KLASSE IC

Flecainide

Tambocor
C01BC04
ANTI-ARITMISCHE MIDDELEN KLASSE III

Amiodaron

Cordarone
C01BD01

Referenties

  1. Guccione P, et al., Oral propafenone therapy for children with arrhythmias: efficacy and adverse effects in midterm follow-up., Am Heart J, 1991, 122, 1022-7
  2. Ito S, et al., Intravenous and oral propafenone for treatment of tachycardia in infants and children: pharmacokinetics and clinical response., J Clin Pharmacol, 1998, 38, 496-501
  3. Janousek J, et al., Safety of oral propafenone in the treatment of arrhythmias in infants and children (European retrospective multicenter study). Working Group on Pediatric Arrhythmias and Electrophysiology of the Association of European Pediatric Cardiologists., Am J Cardiol, 1998, 81, 1121-4
  4. Kishore AG, et al., Guidelines for the use of propafenone in treating supraventricular arrhythmias., Drugs, 1995, 50, 250-62
  5. Paul T, et al., New antiarrhythmic drugs in pediatric use: propafenone., Pediatr Cardiol, 1994, 15, 190-7
  6. Reimer A, et al., Efficacy and safety of intravenous and oral propafenone in pediatric cardiac dysrhythmias, Am J Cardiol, 1991, 68, 741-4
  7. Piersigilli F et al., Profuse oral secretions after propafenone administration in neonates., J Pediatr, 2010, Nov;157(5), 856-7
  8. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 04 juni 2024
  9. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 08 okt 2015

Wijzigingen

  • 11 mei 2015 15:14: De wetenschappelijke literatuur over de toepasing van propafenon bij kinderen is opnieuw beoordeeld. Dit heeft niet geleid tot een aanpassing van de dosering. De rubriek bijwerkingen is aangepast.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering