Benzylpenicilline (ookwel penicilline G) is een semisynthetisch, penicillinase-/β-lactamase-gevoelig, bactericide β–lactam antibioticum. Het remt de crosslinking van peptidoglycanen in de celwand, wat uiteindelijk leidt tot lysis en celdood. Het werkingsspectrum is relatief smal en omvat vooral Gram-positieve bacteriën en Gram-negatieve diplokokken.
Doorgaans gevoelig zijn o.a.: sommige stammen van Actinomyces (o.a. A. israelii), Corynebacterium diphtheriae, Clostridium perfringens, Cl. tetani, Erysipelothrix rhusiopathiae, Eubacterium, Fusobacterium nucleatum, Fusobacterium necrophorum, Gardnerella vaginalis, Peptococcus, Peptoniphilus spp., Peptostreptococcus spp., Streptobacillus moniliformis, streptokokken (o.a. S. pneumoniae, S. agalactiae, S. dysgalactiae (subsp. equisimilis) (groep C en G), S. pyogenes, S. viridans indien deze verwekkers penicillinase-negatief zijn), Veillonella parvula, Neisseria meningitidis, Pasteurella multocida, sommige spirillen en spirocheten (o.a. Spirillum minus, Borrelia burgdorferi, Treponema pallidum en Leptospira).
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij o.a.: Enterococcus faecalis (van nature meestal intermediair gevoelig), bij enkele stafylokokken (S. aureus, S. epidermidis, S. haemolyticus, S. hominis) is de resistentie in minstens één regio > 50%; Eikenella corrodens, Haemophilus influenza en Neisseria gonorrhoeae (zijn alle 3 van nature meestal intermediair gevoelig); Bacillus anthracis, Listeria monocytogenes, Streptococcus pneumoniae, B. pertussis, doorgaans resistent zijn alle Enterobacteriaceae (incl. Escherichia coli, Salmonella, Shigella, Enterobacter, Klebsiella, Proteus, Raoultella, Citrobacter spp.).
Relatief vaak ongevoelig zijn o.a: de penicillinasevormende micro-organismen (waaronder stammen van Staphylococcus. aureus, S. epidermidis, Neisseria gonorrhoeae en Haemophilus influenza), Acinetobacter spp., Brucella spp., mycobacteriën, virussen, schimmels en gisten.
Inherent resistent zijn: Enterococcus faecium, Nocardia asteroides, Legionella pneumophila, Moraxella catarrhalis, Pseudomonas aeruginosa, Bacteroides spp., Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Mycoplasma spp.
Benzylpenicilline is zuur-gevoelig en kan daarom alleen parenteraal worden toegediend.
Uit de studies van Metsvaht et al. en Muller en et al. blijkt dat de klaring van benzylpenicilline bij neonaten met toename van het lichaamsgewicht toeneemt. De volgende farmacokinetische parameters bij kinderen zijn gevonden:
Leeftijd | T1/2 | Cl (ml/min/kg) | V (l/kg) |
---|---|---|---|
Neonaat <1 week, <2000 g | 4-6 uur | 1,2-1,5 | 0,41-0,64 |
Neonaat <1 week, >2000 g | 2-3 uur | ||
Neonaat 1-4 wk, <2000 g | 2-3 uur | ||
Neonaat 1-4 wk, >2000 g | 0,5-2 uur | ||
>1 maand | 0,5-1,2 uur |
Poeder voor inj.vlst. (Na-zout) 70000 IE, 1 milj. IE, 10 milj. IE
Ga snel naar:
Infecties, sepsis |
---|
|
Meningitis |
---|
|
Vroege neuroborreliose |
---|
Congenitale syfilis |
---|
Aanpassingen als volgt:
Overgevoeligheidsreacties, koorts. Na i.m. toediening kan spiernecrose en ontsteking op de plaats van toediening optreden, na i.v. toediening tromboflebitis. Verder ten gevolge van hoge doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen.
Zeer vaak (>10 %): bij behandeling van (neuro)syfilis: de Jarisch-Herxheimer reactie (zie voor meer informatie onderaan deze rubriek).
Vaak (1-10%): overgevoeligheidsreacties zoals angio-oedeem, oedeem van de larynx, serumziekte, (allergische) vasculitis, urticaria, maculopapuleuze uitslag; koorts, eosinofilie. Na i.m.-toediening: lokaal spiernecrose, pijn en ontsteking; na i.v.-toediening: tromboflebitis.
Soms (0,1-1%): glossitis, stomatitis, misselijkheid, braken, diarree.
Zelden (0,01-0,1%): overige allergische reacties incl. anafylactische shock. Convulsies (met name bij epilepsie-patiënten, meningitis, hersenoedeem, bij/na hartchirurgische ingrepen met de hart-long-machine, bij hoge doseringen (> 20 mln. IE/dag) of de snelle injectie van > 5 mln. IE en bij gestoorde nierfunctie). Candidiase. Bij hoge i.v.-doseringen: oligurie of anurie (meestal spontaan reversibel binnen 2 dagen), interstitiële nefritis (vanaf ca. 12 mln. IE/dag). Veranderingen in het bloedbeeld (hemolytische anemie, leukopenie, granulocytopenie (neutropenie), agranulocytose, trombocytopenie, vooral bij hoge doseringen (bv. behandeling bacteriële endocarditis). Een hemolytische anemie kan nog tot 8 weken na het staken aanhouden. Voorbijgaande verhoging van LDH en serumtransaminasewaarden (m.n. ASAT). Bij snelle infusie van hoge doseringen (> 10 mln. IE): elektrolytstoornissen.
Zeer zelden (< 0,01%): adenopathie, lupus. Pseudomembraneuze colitis. Klinische tekenen van acute longziekte met koorts (Löffler-syndroom). Neurologische en psychiatrische stoornissen; bv. polyneuropathie, perifere neuropathie, vooral na hoge doseringen, voorts hallucinaties, verwardheid, agitatie, depressie, ernstige en soms fatale encefalopathie. Hepatitis, cholestase. Spier- en gewrichtspijn, bij gestoorde nierfunctie zijn bij hoge doseringen ook myoklonieën gemeld. Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse, exfoliatieve dermatitis. Pancytopenie.
Verder zijn gemeld: arteriële occlusie. Slaperigheid. Pemfigoïd. Vooral bij congestieve hartaandoeningen kunnen bij hoge doseringen hypernatriëmie, metabole alkalose, hypokaliëmie of waterretentie optreden. Verlenging van de bloedingstijd (bij hoge doseringen; > 10 mln. IE/dag bij uremie, > 40 mln. IE/dag bij normale nierfunctie); deze kan tot enkele dagen na het staken van de therapie aanhouden. Bij zuigelingen bij i.m.-toediening: ernstige lokale reacties.
De Jarisch-Herxheimer reactie (met koorts, koude rillingen, tachycardie, bloeddrukdaling, myalgie, zere keel en hoofdpijn) kan bij de behandeling van syfilis en andere infecties met spirocheten (bv. lymeborreliose en leptospirose) optreden binnen 2–12 uur na toediening van de eerste dosis. Deze reactie (van voorbijgaande aard) wordt vooral gezien bij syfilis met een hoge 'bacterial load', zoals bij een hoge VDRL-titer en in het tweede stadium. De symptomen kunnen worden onderdrukt met antipyretica. Bij zwangere vrouwen kan deze reactie een vroegtijdige partus en foetale nood veroorzaken; echter dit is geen reden om hen de syfilisbehandeling te onthouden, wel dient er tijdens de zwangerschap gekozen te worden voor een ander geneesmiddel.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Tussen penicillines onderling en (in mindere mate) cefalosporines kan kruisallergie en kruisresistentie voorkomen. Allergische reacties van huid en slijmvliezen kunnen soms pas na 48 uur optreden. In deze gevallen dient de behandeling te worden gestaakt. Bij hoge doses rekening houden met Na-gehalte. Bij nierinsufficiëntie geen hoge doses toedienen, wegens gevaar voor neurotoxiciteit, tubulusnecrose en anurie.
Kruisovergevoeligheid/-resistentie: tussen penicillinen onderling en (in mindere mate) penicillinen en andere β–lactamantibiotica zoals cefalosporinen kan zowel kruisresistentie als kruisovergevoeligheid voorkomen (frequentie kruisovergevoeligheid in de literatuur voor cefalosporinen 5–10%). Het gebruik bij bekende overgevoeligheid voor penicillinen is gecontra-indiceerd; wees voorzichtig bij overgevoeligheid voor andere β-lactamantibiotica zoals cefalosporinen of carbapenems.
Huidreacties: Wees voorzichtig bij een allergische diathese (bv. hooikoorts) of astma of eerdere ernstige allergische reacties in de voorgeschiedenis. Controleer nauwkeurig in de eerste 30 minuten na toediening. Reacties van huid en slijmvliezen kunnen soms pas na 48 uur optreden. In dit geval de therapie staken en adequate therapie instellen (bv. antihistaminica). Bij patiënten met een dermatomycose zijn para-allergische reacties mogelijk, gezien er vaak sprake is van een gemeenschappelijke antigeniciteit tussen penicillinen en dermatofyte metabolieten. Bij een bestaande mononucleose-infectie (EBV-infectie) en ook bij een begeleidende infectie bij een acute lymfatische leukemie is er meer kans op huidreacties.
Controle tijdens de behandeling: bij een behandeling van meer dan 5 dagen met hoge doseringen het bloedbeeld, de nierfunctie en elektrolyten controleren. Bij hoge doses rekening houden met de natriumbelasting, met name bij congestief hartfalen en bij een verminderde nierfunctie. Hierbij kunnen hypernatriëmie, metabole alkalose, hypokaliëmie of waterretentie optreden.
Neuro- en nefrotoxiciteit: bij gestoorde nierfunctie geen hoge doses toedienen wegens gevaar van neurotoxiciteit (zich bv. uitend in convulsies), tubulusnecrose en anurie, voor dosisaanpassingen zie de rubriek Dosering. Bij meningitis, epilepsie of hersenoedeem is er bij hoge doseringen (> 20 mln. IE/dag) een toegenomen kans op convulsies.
Syfilis: periodieke controle en serologische follow-up is aangewezen (waar nodig van de liquor cerebrospinalis). Volgens de multidisciplinaire richtlijn SOA (2018 update 2019) op NHG.org: liquoronderzoek na 6–12 maanden en daarna elke 6 maanden tot een normale uitslag is verkregen (p. 108). Bij zwangeren kan de Jarisch-Herxheimer reactie (zie rubriek Bijwerkingen) vroegtijdige partus en foetale nood veroorzaken; echter dit is geen reden om hen de syfilisbehandeling te onthouden, wel dient er tijdens de zwangerschap volgens de multidisciplinaire richtlijn SOA gekozen te worden voor een ander geneesmiddel (p. 113).
Ernstige en aanhoudende diarree: Overweeg de diagnose pseudomembraneuze colitis bij ernstige en persisterende (bloederige-slijmerige of waterdunne) diarree gedurende of na de therapie. Bij een vermoeden hiervan de behandeling met benzylpenicilline staken en een gepaste behandeling instellen.
Beïnvloeding diagnostische testen: hoge doses penicillinen kunnen bij het aantonen van urobilinogeen, bepaling van 17-ketosteroïden, bij een aantal testen op glucose in de urine (Benedict, Clinitest) en bij de directe antiglobuline(Coombs-)test, fout-positieve reacties veroorzaken; de directe antiglobulinetest kan nog 6–8 weken positief blijven.
Niet beoordeeld:
De excretie van methotrexaat kan worden verminderd bij gelijktijdig gebruik met benzathinebenzylpenicilline.
Penicillines algemeen:
Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Een uitzondering hierop is flucloxacilline.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva, tetracyclines of met TNF-α-antagonisten. Er is aangetoond dat er geen interactie optreedt tussen digoxine en penicillines.
Niet beoordeeld:
Fenylbutazon, acetylsalicylzuur, probenecide en indometacine kunnen de halfwaardetijd van penicillines verlengen, doordat ze de tubulaire secretie remmen.
Combinatie van penicillines en aminoglycosiden kan een synergistische werking hebben.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
PENICILLINES MET BREED SPECTRUM | ||
---|---|---|
J01CA04 | ||
Selexid
|
J01CA08 |
BETALACTAMASE-GEVOELIGE PENICILLINES | ||
---|---|---|
J01CE08 | ||
Broxil
|
J01CE05 | |
J01CE02 |
BETALACTAMASE-RESISTENTE PENICILLINES | ||
---|---|---|
Floxapen
|
J01CF05 |
COMBINATIEPREPARATEN | ||
---|---|---|
Augmentin
|
J01CR02 | |
J01CR05 |