Scopolaminebutyl (voorheen: butylscopolamine) is een quaternaire ammoniumverbinding, behorend tot de parasympathicolytica. Door remming van de werking van acetylcholine op muscarinereceptoren kan de tonus en motiliteit van de gladde musculatuur in het maag-darmkanaal en de gal- en urinewegen afnemen.
Er zijn geen farmacokinetische studies bij kinderen uitgevoerd.
Scopolaminebutyl wordt slecht geabsorbeerd: intraveneuze therapie is aangewezen (evt intramusculair).
RECTAAL: on-label
IV/IM:
< 12 jaar: Off-label
> 12 jaar: doseringen > 5 mg/dosis: off-label
Inj.vlst. (bromide) 20 mg/ml
Zetpil (bromide) 10 mg
Tablet 10 mg
Ter coupering van kolieken van het maagdarmkanaal |
---|
Ter coupering van kolieken van het maagdarmkanaal, galwegen en urinewegen |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Droge mond, tachycardie, duizeligheid. Bij parenterale toediening tevens een lichte toename van de hartfrequentie, bloeddrukdaling en bij hoge doseringen kortdurende accommodatiestoornissen.
Veel van de bijwerkingen zijn het gevolg van de anticholinerge werking.
Rectale overgevoeligheidsreacties. Urineretentie. Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties met episoden van dyspneu en anafylactische shock. Overgevoeligheid voor titaandioxide kan voorkomen (omhulde tablet).
Parenterale toediening: Vaak (1-10%): accommodatiestoornissen, tachycardie, duizeligheid, droge mond. Verder zijn gemeld: mydriasis, verhoogde intraoculaire druk, bloeddrukverlaging, blozen, urineretentie, dyshidrose, anafylactische reacties, anafylactische shock (inclusief met fatale afloop), dyspneu, huidreacties en andere overgevoeligheden.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Oraal, rectaal: megacolon, ileus, myasthenia gravis. Voor de injectie bovendien: onbehandeld nauwe-kamerhoekglaucoom, prostaathypertrofie met urineretentie, stenose in het maag-darmkanaal, tachycardie
Scopolaminebutyl in zetpilvorm is niet werkzaam bij kolieken ten gevolgen van gal- of nierstenen
Voorzichtigheid is geboden bij kinderen en ouderen, bij mensen met gestoorde lever- of nierfunctie, hiatus hernia met reflux-oesofagitis, hyperthyroïdie, infecties van het maag-darmkanaal, autonome neuropathie, coronaire hartziekten, (neiging tot) tachyaritmie, hypertensie, koorts, hoge omgevingstemperatuur (door verminderd zweten kan men door de hitte bevangen worden), bij verzwakte patiënten met chronische longaandoeningen (in verband met de mogelijke indikking van bronchiaalslijm door verminderde productie) en bij diarree omdat dit een vroeg symptoom van onvolledige darmobstructie kan zijn. Door eventueel optreden van duizeligheid en wazig zien kunnen vele dagelijkse bezigheden (o.a. autorijden) hiervan hinder ondervinden. Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Na het geven van de injectie de patiënt medisch observeren voor het eventueel optreden van anafylactische reacties of shock. Niet dagelijks of langdurig gebruiken zonder de oorzaak van de buikpijn te onderzoeken. In geval ernstige, onverklaarde buikpijn aanhoudt, verergert of optreedt met klachten zoals koorts, misselijkheid, braken, veranderingen in de stoelgang, gevoeligheid in de onderbuik, verlaagde bloeddruk, flauwvallen of bloed bij de ontlasting, onmiddellijk een arts raadplegen.
Interacties parasympathicolytica algemeen:
Niet beoordeeld: de werking kan worden versterkt door andere geneesmiddelen met een anticholinerge werking, zoals bepaalde antipsychotica en tricyclische antidepressiva.
Amantadine kan de centrale bijwerkingen van de parasympathicolytica versterken.
De werking van parasympathicomimetica kan worden geantagoneerd.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
BELLADONNA ALKALOIDEN, TERTIAIRE AMINEN | ||
---|---|---|
A03BA01 |