Sympathicomimeticum met voornamelijk α-effect. Toediening in de neus veroorzaakt door plaatselijke vasoconstrictie, decongestie van het neusslijmvlies. Werking: na enkele min. Werkingsduur: 5–8 uur
Geen informatie
Neusspray (hydrochloride) 0,05% (0.5 mg/ml)
Bevat benzalkoniumchloride en/of chloorhexidine digluconaat.
Nasivin 0,1 mg/ml en 0,25 mg/ml zijn nog wel geregistreerd in Nederland, maar zijn niet langer commercieel verkrijgbaar.
Verstopte neus |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Kinderen zijn gevoelig voor oxymetazoline. Bijwerkingen die kunnen optreden zijn hartkloppingen, hypertensie en nervositeit, slaapstoornissen, hallucinaties en convulsies. Ademhalingsdepressie wordt heel zelden gezien bij neonaten en zuigelingen. (SmPC Nasibin)
Soms (0,1-1%): niezen, droog en branderig gevoel in de neus. Geïrriteerde neus, mond en keel.
Zelden (0,01-0,1%): rebound neuscongestie. Angst, sedatie, prikkelbaarheid, slaapstoornissen (m.n. bij kinderen). Hartkloppingen, tachycardie, verhoogde bloeddruk. Hoofdpijn. Misselijkheid. Exantheem. Visusstoornissen.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Intranasale absorbtie kan in zeldzame gevallen leiden tot systemische effecten.
Bij zuigelingen en kinderen tot 6 jaar kan het overmatig gebruik van oxymetazoline leiden tot vergiftigingsverschijnselen, zoals bewustzijnsverlies en symptomatische hypotensie. Deze overdosering kan een ernstige depressie van het centrale zenuwstelsel veroorzaken bij peuters, kleuters en kinderen.
Kortdurend gebruiken: maximaal 7 dagen achtereen gebruiken om een reboundeffect en door het geneesmiddel zelf veroorzaakte rinitis te voorkomen. Misbruik kan leiden tot muceuze atrofie, reactieve hyperemie, beschadiging van het muceuze epitheel met remming van de ciliaire activiteit, onherstelbare schade aan de mucosa en rinitis sicca. Bij verergering van de klachten behandeling opnieuw evalueren. Het conserveermiddel benzalkoniumchloride kan, met name tijdens langdurig gebruik, zwelling van de neusslijmvliezen veroorzaken.
Comorbiditeit: wees voorzichtig in geval van hypertensie, hartaandoeningen (zoals angina pectoris), hyperthyreoïdie, diabetes mellitus en prostaathypertrofie.
Niet beoordeeld: andere sympathicomimetica, tricyclische antidepressiva en trazodon versterken het bloeddrukverhogende effect van α-sympathicomimetica. Bromocriptine kan de cardiovasculaire effecten van sympathicomimetica versterken.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Bisolnasal
|
R01AA09 | |
Otrivin
|
R01AA07 |
SYMPATHICOMIMETICA, COMB.PREPARATEN, EXCL CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
R01AB01 |
ANTI-ALLERGISCHE MIDDELEN, EXCL CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
Allergodil, Carelastin, Pollispray
|
R01AC03 | |
Prevalin
|
R01AC01 | |
Livocab
|
R01AC02 |
CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
Dymista
|
R01AD58 | |
R01AD01 | ||
Rhinocort
|
R01AD05 | |
Avamys
|
R01AD12 | |
Flixonase
|
R01AD08 | |
Nasonex, Ryaltris
|
R01AD09 | |
Nasacort
|
R01AD11 |
OVERIGE MIDDELEN VOOR NASAAL GEBRUIK | ||
---|---|---|
R01AX10 |