Lokaal anestheticum van het amidetype met een lichte vasoconstrictieve werking. Werking: na 3–17 min. Werkingsduur: 1–3 uur (infiltratie, kleine zenuwblokkades en epidurale anesthesie), 4 uur (grote zenuwblokkades).
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Inj.vlst. (hydrochloride) 10 mg/ml, 20 mg/ml, 30 mg/ml
Lokale en regionale anesthesie in weefsels met aanzienlijke systemische absorptie |
---|
|
Pijnstilling: epiduraal (caudaal) |
---|
|
Bij tandheelkundige ingrepen |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Soms (0,1–1%): bradycardie, hypotensie. Zelden (0,01–0,1%): neurologische reacties (aanhoudende anesthesie, paresthesie, parese of plegie van onderste extremiteiten, verlies sfinctercontrole). Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties (anafylactische shock), Ernstige bijwerkingen komen voor als gevolg van overdosering, te snelle resorptie en per abuis gegeven intravasculaire injectie
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor lokaal anesthetica van het amidetype. Epiduraal niet toedienen bij ernstige stoornissen in de bloedstolling, actieve degeneratieve zenuwaandoeningen of verhoogde intracraniële druk. De injectie 20 mg/ml is gecontra-indiceerd bij porfyrie, bij ernstige auriculo-ventriculaire afwijkingen met een indicatie voor een pacemaker en bij ongecontroleerde epilepsie.
Voorzichtigheid is geboden bij ernstige lever- en nierfunctiestoornissen, bij ouderen, bij slechte algehele conditie, bij acidose of hypoxie, bij partieel of totaal AV-blok en acuut hartfalen. Controle van de bloeddruk en de hartfrequentie is nodig na injectie van hoge doses. Men dient rekening te houden met kruisovergevoeligheid met andere lokaal anesthetica van het amidetype. Men moet extra voorzichtig zijn bij injecties in zeer vaatrijke gebieden, zoals in de mondholte, pararectaal, paravaginaal en in de penis. Paracervicale blokkade dient te worden vermeden tijdens zwangerschap in verband met foetale bradycardie en hypoxie. Bij retrobulbaire injectie kunnen door lekken tijdelijk blindheid, cardiovasculaire collaps, apneu of convulsies optreden; onmiddellijke behandeling is vereist. Vóór een epidurale anesthesie is een testdosis van 3–5 ml mepivacaïne, bij voorkeur met adrenaline (epinefrine), aanbevolen. Intravasculaire injectie leidt tot toename van de hartfrequentie. Na herhaalde controle van de hartfrequentie gedurende vijf minuten volgend op de testdosis, kan – na opnieuw te hebben geaspireerd – de volledige dosis, onder voortdurend mondeling contact met de patiënt, langzaam worden ingespoten. Indien licht toxische verschijnselen optreden, de toediening onmiddellijk staken.
Geen
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMIDEN | ||
---|---|---|
Marcaine 0,25 %, 0,5%, Exparel, Bucain
|
N01BB01 | |
N01BB10 | ||
Xylocaine
|
N01BB02 | |
Instillagel, Cathejell
|
N01BB52 | |
Emla
|
N01BB20 | |
Rapydan
|
N01BB52 | |
Citanest
|
N01BB04 | |
Naropin
|
N01BB09 |
ESTERS VAN BENZOEZUUR | ||
---|---|---|
N01BC01 |