Algemeen anestheticum, zonder analgetische eigenschappen. Verhoogt de binding van GABA op de GABAA-receptor en stimuleert hierdoor de remmende werking van GABA op de signaaloverdracht. Gebruik van etomidaat veroorzaakt een daling in plasmacortisol- en aldosteronspiegels die 6–8 uur aanhoudt. Remt specifiek en reversibel de steroïdsynthese in de bijnier. Heeft anticonvulsieve eigenschappen. Werking: effect binnen 10–60 seconden, de anesthesie houdt 3–5 minuten aan.
Etomidaat heeft geen analgetisch effect. Voor een goede analgesie moet vóór de inductie met etomidaat een analgeticum worden toegediend, zoals fentanyl. Het effect duurt ongeveer 4 tot 5 minuten. De farmacokinetiek van etomidaat is onderzocht bij kinderen. Een onderzoek uitgevoerd bij 12 kinderen (leeftijd 7-13 jaar, gewicht 22-48 kg) rapporteerde een gemiddeld totaal verdelingsvolume (4,0 L/kg), vergelijkbaar met dat van volwassenen (zie tabel 1). Etomidaat is lipofiel en het metabolisme is afhankelijk van de leveresteraseactiviteit (hydrolyseert de geneesmiddelen tot een carboxylzuur en een ethanoluitgangsgroep). De carboxylaatmetaboliet wordt voornamelijk uitgescheiden in de urine en in mindere mate in de gal (SmPC Etomidaat Lipuro)). De klaring van het geneesmiddel per gewicht was bij kinderen ongeveer 58% hoger dan bij volwassenen, maar dit geldt voor oudere kinderen. Deze gegevens wijzen erop dat kinderen hogere doses nodig hebben dan volwassenen (Dennhart 2020).
Leeftijd |
Dosis (mg/kg) |
Klaring (L/min/kg) |
Vdcentraal (L/kg) |
Vdperifeer (L/kg) |
Vd,ss (L/kg) |
Vdtotaal schijnbaar |
Vd (L/kg) |
T1/2β (min) |
Ref. |
Volwassenen |
0,3 |
0,0109 |
0,27 |
2,5 |
4,1 |
Sfez et al. 1990 |
|||
4,5 |
180-300ᶻ |
KNMP |
|||||||
Kinderen |
0,4 |
0,0172 |
0,66 |
2,8 |
4,0 |
175 |
Sfez et al.1990 |
||
Kinderen - 4 jt, 16kg |
0,3 |
CL1 0,031; CL2 0,04; CL3 0,025 |
0,136 |
V2 0,157; V3 1,13 |
1,423b |
Lin et al. 2012 |
|||
Neonaten -Zuigelingen |
0,3 |
0,017 |
0,135 |
0,326 |
0,461b |
Su et al. 2015 |
ᶻ Range,ꙺ Data afkomstig van popPK model en Vd of Cl. Vd,ss = V1+V2+V3.
Dosering tot 0,4 mg/kg/dosis: On-label
Dosering> 0,4 mg/kg: Off-label
Inj.vlst. 2 mg/ml
Inj.emulsie 2 mg/ml
Anaesthesie: inductie |
---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Spiertrekkingen door subcorticale ontremming. Hemodynamisch stabiel. Adenocortiale suppressie bij langdurig gebruik.
Zeer vaak (> 10%): verlaagde cortisolspiegel. Dyskinesie.
Vaal (1-10%): myoclonus. Pijn in het verloop van de ader, hypotensie. Apneu, hyperventilatie, stridor. Braken, misselijkheid. Huiduitslag.
Soms (0,1-1%): bradycardie, extrasystole, ventriculaire extrasystolen, hypertensie. Flebitis. Hypoventilatie, hik, hoesten. Speekselvloed. Hypertonie, onwillekeurige spiercontracties, nystagmus. Erytheem. Spierrigiditeit. Pijn op de injectieplaats. Postprocedurele/operatieve misselijkheid. Vertraagd herstel van de anesthesie.
Verder zijn gemeld: volledig AV-blok, hartstilstand. Ademhalingsdepressie, bronchospasme (waaronder met fataal verloop). Overgevoeligheid (waaronder anafylactische en anafylactoïde reacties en shock). Convulsies (incl. grand mal). Shock, tromboflebitis (oppervlakkige en diepveneuze trombose). Trismus. Urticaria, Stevens-Johnsonsyndroom.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
bekende overgevoeligheid voor soja of pinda (etomidaat Lipuro).
Altijd in combinatie met corticosteroiden in verband met bijniersuppressie door etomidaat (ook al bij eenmalige toediening.
Combinatie met analgetica is noodzakelijk omdat etomidaat geen analgetische eigenschappen heeft.
De inductie kan gepaard gaan met een lichte en voorbijgaande daling in bloeddruk door afname van de perifere vaatweerstand; bij verzwakte patiënten kan meer uitgesproken hypotensie optreden.
Voorzichtig zijn bij ouderen en patiënten met hartfalen omdat met name bij hoge doses de hartfunctie kan afnemen.
Als de patiënt onder ernstige stress staat, vooral bij bijnierschorsinsufficiëntie (bv. bij sepsis) kan een exogeen cortisol (bv. 50–100 mg hydrocortison) nodig zijn om de daling in plasmaconcentraties van cortisol op te vangen. ACTH is niet zinvol. Vermijd herhaalde toediening, of toediening per continu infuus, van etomidaat om langdurige onderdrukking van endogeen cortisol en aldosteron te voorkomen.
Wees voorzichtig bij patiënten in kritieke toestand, bv. patiënten met sepsis.
Spiertrekkingen en pijn in de vene kunnen grotendeels worden voorkomen met een lage i.v.-dosering van fentanyl en/of diazepam, 1–2 minuten voor de inductie met etomidaat.
Bij levercirrose de dosis verlagen; controleer de patiënt zorgvuldig, omdat leverfunctiestoornissen kunnen optreden bij propyleenglycolbevattende preparaten.
Controleer de patiënt nauwkeurig bij een verminderde nierfunctie, omdat nierfunctiestoornissen (incl. acute tubulaire necrose of acuut nierfalen) kunnen optreden bij propyleenglycolbevattende preparaten.
Etomidaat-lipuro: bij voorkeur niet toedienen aan patiënten met erfelijke afwijkingen van de haem-biosynthese, omdat in dieren is aangetoond dat er sprake is van een porfyrogeen potentieel.
Gedurende circa 24 uur na toediening niet autorijden of machines bedienen.
Niet beoordeeld:
Sedativa en opioïden kunnen het hypnotische effect van etomidaat versterken. Bij combinatie met deze middelen dient de dosering van etomidaat te worden verlaagd.
Het kan het effect van bloeddrukverlagende middelen versterken.
Bij combinatie met intraveneuze toediening van fentanyl kan de klaring en het verdelingsvolume met een factor 2-3 dalen zonder dat de halfwaardetijd verandert; de dosering van etomidaat moet bij combinatie met fentanyl mogelijk worden verlaagd.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN | ||
---|---|---|
Suprane
|
N01AB07 | |
Sedaconda
|
N01AB06 | |
Sevorane
|
N01AB08 |
BARBITURATEN | ||
---|---|---|
Pentothal
|
N01AF03 |
OPIOIDE ANAESTHETICA | ||
---|---|---|
Rapifen
|
N01AH02 | |
N01AH01 | ||
Ultiva
|
N01AH06 | |
Sufenta, Dzuveo
|
N01AH03 |
OVERIGE ALGEMENE ANAESTHETICA | ||
---|---|---|
Ketanest S
|
N01AX14 | |
N01AX11 | ||
Diprivan, Propofol Lipuro
|
N01AX10 |